Welkom op mijn blog
Rit 13 – Onesse-et-Laharie naar Abbaye de Sorde
(82 km – 407 hoogtemeters – 1281 km totaal)
Geen mieren of ander ongedierte vanmorgen – wát een opluchting.
Wel een heerlijke start van de dag met een lekker omeletje bij het ontbijt.
Ik heb er trouwens goed geslapen, en omstreeks 6u45 vertrok ik weer, klaar voor een iets kortere rit vandaag.
De route begon mooi met een kleine klim en leidde me opnieuw de bossen van Les Landes in – deze keer een regio die niet door de bosbranden werd getroffen.
Rust, frisse lucht en natuur. Alleen de zon liet zich niet zien, het bleef de hele dag grijs.
Geen regen, en met 19 graden was het eigenlijk perfect fietsweer. Wel mijn vestje met lange mouwen aangedaan.
Af en toe passeerde ik een klein dorpje, het ene al wat kleiner dan het andere.
Hier en daar kwam een wielertoerist uit de tegenovergestelde richting me voorbij – steeds met een vriendelijke "bonjour" of een opgestoken hand.
Na zo’n 35 km hield ik halt aan een dorpsplein waar het kerkje recht tegenover het gemeentehuis lag.
Tijd voor een pauze: een cola en een chocoladebroodje dat ik vanmorgen had meegekregen.
Ik zou vandaag langs de grotere stad Dax passeren, en gisterenavond had ik nog aan mijn gastvrouw gevraagd of er daar een Decathlon was.
Mijn fietsslot weigerde namelijk dienst sinds een paar dagen, dus dat moest opgelost worden.
Ik maakte een kleine omweg naar Dax, vond er de winkel, en scoorde een nieuw – weliswaar geen cijferslot – voor 25 euro.
Probleem opgelost.
Tot dan toe had de rit veel afdaling gekend, maar na Dax veranderde dat snel: de weg begon flink te stijgen, met veel bochten.
Plots hoorde ik lawaai van een sportwedstrijd, en ik zag mensen verzamelen aan een baan met een grote muur.
Nieuwsgierig stapte ik af.
Het bleek om het Baskische balspel Pelota te gaan – een soort kaatsspel waarbij twee duo’s tegen een hoge muur spelen, elk met een soort platte houten lepel in de hand.
De bal moet eerst de muur raken en mag daarna één keer de grond raken.
De bedoeling: als eerste 40 punten halen.
Een vriendelijke oudere man legde het me uit en vertelde dat de blauwe ploeg aan het winnen was – het was zelfs de nationaal kampioen in tweede klasse.
Zeker geen pannenkoeken dus!
Na deze culturele stop weer op de fiets – en jawel: weer omhoog.
Maar in de afdaling kreeg ik dan eindelijk zicht op de Pyreneeën – wauw.
De omgeving begint nu echt Spaans aan te voelen.
Beneden reed ik het stadje Peyrehorade binnen. Even het centrum in voor een bezoek aan de plaatselijke bakker – mmm, dat smaakte.
Even verderop zag ik het toeristenbureau, waar een jonge dame samen met een man buiten zat.
Ik vroeg naar een stempel voor mijn credential, en ze sprong meteen recht.
Terwijl ze die haalde, vertelde ze dat haar grootmoeder uit de streek ten zuiden van Charleroi kwam. Door haar Alzheimer sprak ze nu geen Nederlands meer, wat ze jammer vond.
Na nog een vijf kilometer fietsen, kwam ik aan bij mijn verblijf: Chambre d’Hôte Aroha.
Ik was er al om 13u15, maar er was niemand te bespeuren. Alles stond open – blijkbaar hebben mensen hier nog dat vertrouwen in elkaar.
Een mooi, stil moment.
Ik maakte nog een ommetje in het dorp en bezocht de kerk van de oude abdij.
Heel wat verwijzingen naar de Camino – ook een beeld van Sint-Jacobus.
Ik brandde opnieuw twee kaarsjes, in stilte, met dankbaarheid.
Rit 13 ✔️
Spanje komt nu écht dichtbij.
Tot morgen – op weg naar Saint-Jean-Pied-de-Port, aan de voet van de Pyreneeën.
-
Reacties mogelijk gemaakt door CComment